preheader NTVO

header ASCO2016 website

Ziektestabilisatie met Rova-T bij patiënten met recidief kleincellige longkanker

In tegenstelling tot de vele positieve resultaten in de behandeling van niet-kleincellige longkanker (non-small cell lung cancer, NSCLC), blijven de nieuwe behandelopties voor kleincellig longcarcinoom (small cell lung cancer, SCLC) beperkt. De eerste resultaten van een studie met het nieuwe antilichaam-drug conjugaat (antibody-drug conjugate, ADC) rovalpituzumab tesirine (Rova-T) toonden activiteit aan van Rova-T bij patiënten met een recidief SCLC. Rova-T combineert een antilichaam gericht tegen DLL-3 met een krachtige cytotoxisch middel en resulteerde in ziektestabilisatie bij 89% van de patiënten in de gepresenteerde studie. Bij 39% van de patiënten werd een afname in tumorvolume vastgesteld. Tevens werd in deze studie aangetoond dat DLL3 een voorspellende biomarker is voor Rova-T.

Rova-T bestaat uit een gehumaniseerd antilichaam gericht tegen DLL3 verbonden met een pyrrolobenzodiazepine (PBD) dimeer door middel van een dipeptide linker. Ongeveer twee op de drie SCLC patiënten vertoont een hoge DLL3 expressie. In de gepresenteerde studie werden 74 SCLC patiënten opgenomen met progressieve ziekte na minstens 1 eerdere systemische behandeling. De patiënten in de studie werden behandeld met een Rova-T dosis die varieerde van 0,05 tot 0,8mg/kg. Ongeveer tweederde van de patiënten in de studie was in een vergevorderd stadium van de ziekte. Indien er tumorweefsel beschikbaar werd ook de DLL3 expressie bepaald.

Bij 11 van de 60 evalueerbare patiënten (18%) stelde men een afname in tumorvolume vast, terwijl bij 41 patiënten (68%) een klinisch voordeel (tenminste stabilisatie van de tumorgroei) werd gezien met Rova-T. Bijna alle patiënten met een respons vertoonden DLL3 expressie. Bij de 26 patiënten met de hoogste DLL3 expressie werd een respons bij 10 patiënten (39%) waargenomen. Bij de patiënten met een hoge DLL3 expressie was de mediane overleving (overall survival, OS) 5,8 maanden en na 1 jaar was 32% van hen nog in leven. Ook was Rova-T bij DLL3-positieve patiënten die Rova-T kregen in de derde lijn (N=12) effectief met een objectieve respons van 50%.

De meest voorkomende bijwerkingen van Rova-T waren serosale effusie (vochtophoping rond het hart en de longen), een verlaagd aantal bloedplaatjes en huidreacties. Over het algemeen konden deze bijwerkingen goed behandeld worden.

Deze eerste resultaten met Rova-T bij patiënten met recidief SCLC zijn veelbelovend, maar moeten uiteraard nog gevalideerd worden in grotere klinische studies. Eerder dit jaar werd in dit licht reeds een éénarmige fase II studie opgestart waarin Rova-T wordt geëvalueerd als derdelijnsbehandeling van DLL3-positieve SCLC patiënten.

Referentie

Rudin C, Pietanza M-C, Bauer T et al. Safety and efficacy of single-agent rovalpituzumab tesirine (SC16LD6.5), a delta-like protein 3 (DLL3)-targeted antibody-drug conjugate (ADC) in recurrent or refractory small cell lung cancer (SCLC). J Clin Oncol 2016;34(Suppl): Abstract LBA8505.

Spreker Charles Rudin

 abstr 3 NL 3 Rudin foto FINAL

Charles M. Rudin, MD, PhD,
Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York, USA


Zie: Keyslides

Back to Top