preheader NTVO

header ASCO2017 website

SCORAD III-studie: één enkele bestraling verlicht reeds symptomen van ruggenmergcompressie

Ruggenmergcompressie is een frequent voorkomende complicatie bij patiënten met gemetastaseerde kanker en heeft een negatieve invloed op de levenskwaliteit van deze patiënten. Radiotherapie wordt dikwijls ingezet voor het verlichten van pijn en andere ongemakken veroorzaakt door ruggenmergcompressie. Momenteel bestaat er echter geen consensus over de optimale dosis die gebruikt moet worden en is er veel variatie tussen de gebruikte regimes. Uit resultaten van een grote fase III-studie blijkt nu dat één enkele bestraling vergelijkbare resultaten oplevert met een vijfdaags bestralingsregime. Dit is een belangrijke bevinding gezien de korte levensverwachting van patiënten met ruggenmergcompressie. Deze aanpak zorgt ervoor dat patiënten minder ziekenhuisbezoeken nodig hebben en meer tijd kunnen doorbrengen met hun familie in de laatste fase van hun leven.

Botmetastases tasten regelmatig de ruggengraat aan, waar ze leiden tot druk op het ruggenmergkanaal, resulterend in rugpijn, gevoelloosheid en problemen bij het lopen. Ongeveer één op de tien patiënten met gemetastaseerde kanker wordt geconfronteerd met ruggenmergcompressie. De gepresenteerde studie omvatte 688 patiënten met gemetastaseerde prostaat- (44%), long- (18%), borst- (11%) en gastro-intestinale kanker (11%). De mediane leeftijd in de studie bedroeg 70 jaar en 73% van de patiënten was man. Om in aanmerking te komen voor de studie moesten patiënten compressie van het ruggenmerg of de cauda equina (C1-S2) hebben, welke was bevestigd met MRI- of een CT-scan. De compressie moest te behandelen zijn binnen één enkel bestralingsveld en patiënten dienden een levensverwachting te hebben van meer dan 8 weken. Patiënten die eerder bestraald werden in hetzelfde gebied werden uitgesloten van de studie. Patiënten werden gerandomiseerd tussen radiotherapie met stralingsbundels in de vorm van een enkele dosis van 8 Gy, of van 20 Gy verdeeld over 5 dagen. Het primaire eindpunt van de studie bestond uit de ambulante status van de patiënt. Deze status werd uitgedrukt op een schaal van 1 tot 4:

  • Graad 1: patiënt wandelt normaal
  • Graad 2: patiënt kan wandelen met een wandelstok, of rollator
  • Graad 3: patiënt kan moeilijk wandelen, ondanks de hulp van een wandelstok, of rollator
  • Graad 4: patiënt is aangewezen op een rolstoel

Bij aanvang van de studie had 66%van de patiënten een ambulante status 1 of 2. Na acht weken in de studie had 69,5% van de patiënten in de arm waar 1 dosis werd gegeven een ambulante status van 1 of 2, tegenover 73,3% van de patiënten in de arm waar 5 dagen werd bestraald (non-inferioriteit van de eenvoudigere behandeling). Dit toont aan dat zowel het korte als het lange bestralingsregime patiënten helpt om mobiel te blijven. De mediane overleving was vergelijkbaar voor beide armen: 12,4 weken voor patiënten die met 1 dosis bestraald werden versus 13,7 weken bij het vijfdaagse regime (HR[95%CI]:1,02[0,86-1,21]; p= 0,81). Ook het deel patiënten met ernstige neveneffecten was vergelijkbaar in beide armen (20,6% vs. 20,4%), al stelde men wel een lagere incidentie van milde neveneffecten vast bij patiënten waar met 1 dosis werd bestraald (51% vs. 56,9%).

Samengevat toont deze studie aan dat één enkele bestralingsdosis van 8 Gy bij patiënten met gemetastaseerde kanker en ruggenmergcompressie vergelijkbare resultaten oplevert met een regime waarbij 20 Gy wordt gegeven over een periode van 5 dagen. Op basis van deze bevindingen suggereren de onderzoekers dan ook dat 1 dosis van 8 Gy de nieuwe standaardbehandeling zou moeten worden in deze setting. Met deze aanpak hoeven patiënten in de laatste maanden van hun leven minder naar het ziekenhuis te komen en kunnen ze meer tijd doorbrengen met hun familie. Een kritische kanttekening die gemaakt werd is dat een langere bestralingsduur mogelijk effectiever zou zijn in het voorkomen van het opnieuw gaan groeien van metastases. Bij patiënten met een langere levensduur moet een meerdaags bestralingsregime daarom misschien de voorkeur krijgen, aldus de onderzoekers. Meer studies zijn echter nodig om deze hypothese te ondersteunen. Een andere beperking van deze studie was dat patiënten met gemetastaseerde borstkanker ondervertegenwoordigd waren, evenals jongere patiënten. Tenslotte kan het zijn dat bepaalde patiënten met ruggenmergcompressie meer voordeel hebben van een chirurgische ingreep dan van bestraling.

Referentie

Hoskin P, Misra V, Hopkins K, et al. SCORAD III: Randomised non-inferiority phase III trial of single dose radiotherapy (RT) compared to multifraction RT in patients (pts) with metastatic spinal canal compression (SCC). Presented at ASCO 2017; Abstract LBA10004.

Spreker Peter Hoskin

 Hoskin

Peter J. Hoskin, MD, FCRP, FRCR, Professor of Clinical Oncology
Mount Vernon Cancer Centre, Middlesex, United Kingdom


Zie: Keyslides

Back to Top