preheader NTVO

headerASCO2013

Radiotherapie in combinatie met bevacizumab en irinotecan is superieur aan de huidige standaardtherapie voor de novo glioblastoom zonder MGMT methylering

Resultaten van de gerandomiseerde, multicenter GLARIUS studie bij patiënten met een glioblastoom zonder een gemethyleerde MGMT promotor, tonen aan dat een behandeling met radiotherapie en bevacizumab gevolgd door onderhoudstherapie met bevacizumab en irinotecan leidt tot een significant hoger percentage patiënten met progressievrije overleving (‘progression-free survival’, PFS) na 6 maanden dan een standaardbehandeling met radiotherapie en temozolomide.

De huidige standaardbehandeling voor glioblastoompatiënten zonder MGMT-methylering bestaande uit primaire chemotherapie met temozolomide heeft een beperkte effectiviteit. Er is daarom een grote behoefte aan nieuwe behandelregimes voor deze patiënten. Volgend op positieve fase II data met het antiangiogene middel bevacizumab in combinatie met irinotecan werd een aantal jaren geleden de GLARIUS studie opgezet. In deze studie werd de effectiviteit van bevacizumab plus irinotecan vergeleken met temozolomide als eerstelijnsbehandeling van patiënten met glioblastoom zonder methylering van de MGMT promotor.

In de gepresenteerde studie werden 170 patiënten met de novo glioblastoom, waarbij de ongemethyleerde toestand van de MGMT promotor histologisch was bevestigd, gerandomiseerd (2:1) tussen een behandeling met radiotherapie (30 x 2 Gy) en bevacizumab (10 mg/kg q2w) gevolgd door onderhoudstherapie met bevacizumab (10 mg/kg q2w) en irinotecan (125 mg/m² q2w zonder enzym-inducerende anti-epileptica [EIAEDs] of 340 mg/m2 met EIAEDs) (N=116) of radiotherapie (30 x 2 Gy) met temozolomide (75 mg/m2 tijdens radiotherapie gevolgd door 6 cycli temozolomide (150-200 mg/m2/dag q4w gedurende 5 dagen) (N=54). Het primaire eindpunt van de studie was PFS na 6 maanden, vastgesteld door middel van neuroradiologische evaluatie. Secundaire eindpunten omvatten ondermeer totale overleving (‘overall survival’, OS), toxiciteit en PFS.

Uit deze studie bleek dat de PFS na 6 maanden significant hoger was voor patiënten in de [bevacizumab plus irinotecan]-arm in vergelijking met de met temozolomide-behandelde patiënten (71,1% versus 26,2%, p < 0,0001 log rank test). Preliminaire data voor de OS tonen een significant voordeel aan voor de [bevacizumab plus irinotecan]-arm (16,6 versus 14,8 maanden; p = 0,031; HR [95% BI]: 0,60 [0,37-0.96]. De aard en de incidentie van de neveneffecten die geobserveerd werden in de beide studiearmen waren naar verwachting (zie dia’s).

De significante toename in PFS na 6 maanden voor bevacizumab plus irinotecan in deze studie suggereert dat radiotherapie gecombineerd met bevacizumab gevolgd door onderhoudstherapie met bevacizumab en irinotecan superieur is aan de huidige standaardtherapie voor glioblastoom-patiënten met een niet-gemethyleerde MGMT promotor die gebaseerd is op radiotherapie en temozolomide.

Referentie

U. Herrlinger, N. Schaefer, J.P. Steinbach et al. Bevacizumab and radiotherapy versus standard temozolomide and radiotherapy in newly diagnosed, MGMT-nonmethylated glioblastoma patients: First results fro the randomized multicenter GLARIUS trial. J Clin Oncol 2013;31:abstr LBA2000.

Spreker Ulrich Herrlinger

 Herrlinger

Ulrich Herrlinger,
Professor of Neuro-oncology, University of Bonn, Bonn, Germany


Zie: Keyslides

Back to Top