preheader NTVO

header ASCO2017 website

Adjuvante capecitabine verlengt het leven van patiënten met galweg- en galblaaskanker met meer dan een jaar

Resultaten van de fase III, gerandomiseerde BILCAP-studie bij 447 patiënten met kanker van de galwegen of galblaas tonen aan dat adjuvante chemotherapie met capecitabine resulteert in een verlenging van de mediane overleving met 15 maanden. Deze adjuvante behandeling met capecitabine was bovendien geassocieerd met een beperkte toxiciteit. Op basis van deze resultaten suggereren de onderzoekers dat adjuvante capecitabine de nieuwe standaard zou moeten worden na de chirurgische verwijdering van galweg- of galblaaskanker.

Kankers van het biliair systeem vormen een groep tumoren die nog niet optimaal behandeld kan worden. Van deze patiënten komt 20% in aanmerking voor een chirurgische verwijdering van de tumor en zelfs bij patiënten bij wie deze operatie succesvol was, bedraagt de vijfjaarsoverleving 10%. De keuze voor capecitabine als adjuvante chemotherapie in deze studie werd ingegeven door het feit dat dit middel oraal toegediend kan worden en door het feit dat capecitabine eerder met succes werd ingezet bij patiënten met pancreaskanker, een tumortype met een vergelijkbare slechte prognose. Na de start van de studie werd de combinatie van gemcitabine met cisplatine de nieuwe standaardbehandeling voor patiënten met gevorderde galweg- of galblaaskanker op basis van de uitkomsten van andere klinische studies.

In de BILCAP-studie werden 447 patiënten na hun operatie gerandomiseerd tussen een adjuvante behandeling met capecitabine gedurende 6 maanden, of observatie. Meer dan 80% van de patiënten kon gedurende minstens 3 jaar opgevolgd worden door middel van regelmatig klinisch onderzoek, CT-scans en verschillende bloedtesten. De gegevens van deze bloedtesten zullen in een volgende stap gebruikt worden voor het opsporen van biomarkers die geassocieerd zijn met een betere, of slechtere respons op de behandeling.

De mediane overleving van patiënten in de observatiegroep bedroeg 36 maanden na de operatie, terwijl dit bij de patiënten met adjuvante capecitabine 51 maanden was (HR[95%CI]: 0.80 [0.63, 1.04]; p = 0.097). Dit vertaalt zich in een 20% lagere kans op overlijden voor patiënten die adjuvante chemotherapie kregen. Dit verschil bleek echter niet statistisch significant te zijn in de totale studiepopulatie. Indien men echter de patiënten uitsloot die niet de volledige behandeling met capecitabine voltooiden, stelde men wel een statistisch significant overlevingsvoordeel vast met adjuvante capecitabine: mediane totale overleving 53 maanden versus 36 maanden in de observatie-arm (HR{95%CI]: 0.75[0.58, 0.97]; p= 0.02). De mediane recidiefvrije overleving bedroeg 25 maanden in de adjuvante arm tegenover 18 maanden in geval van observatie.

De meest in het oog springende bijwerkingen van de adjuvante behandeling met capecitabine was huiduitslag aan handen en voeten, een bekende bijwerking van dit middel. Daarnaast stelde men vast dat de incidentie van graad 3 bijwerkingen lager was dan wat men geanticipeerd had. Verder traden er geen overlijdensgevallen op die toegeschreven konden worden aan het gebruik van capecitabine.

De onderzoekers van deze studie werken momenteel aan een subgroepanalyse waarbij specifiek het effect van adjuvante capecitabine wordt geëvalueerd bij de vier bekende biliaire subtypes tumoren. Deze analyse, samen met de uitkomst van verdere biomarker-studies zullen het hopelijk mogelijk maken om specifiek die patiënten te selecteren die het meeste profijt hebben van een adjuvante behandeling met capecitabine.

Referentie

Primrose J, Fox R, Palmer DH, et al. Adjuvant capecitabine for biliary tract cancer: The BILCAP randomized study. Presented at ASCO 2017; Abstract 4006.

Spreker John Primrose

 Primrose

John N. Primrose, MD, Professor of Surgery,
University of Southampton, Southampton, UK


Zie: Keyslides

Back to Top