Header nwslttr ASCO 2023 2

Kortdurende neoadjuvante behandeling met FOLFIRINOX verbetert overleving niet bij resectabel pancreaskopcarcinoom

Combinatiebehandeling bestaande uit fluorouracil, leucovorine, irinotecan en oxaliplatine (FOLFIRINOX) verlengt de overleving van patiënten met een gemetastaseerd pancreascarcinoom.1 Tot op heden is onduidelijk of FOLFIRINOX ook werkzaam is bij patiënten met een resectabel pancreascarcinoom. Resultaten van de NORPACT-1-studie naar de behandeling met FOLFIRINOX bij patiënten met een pancreaskopcarcinoom werden gepresenteerd tijdens ASCO 2023.2

Eerder onderzoek heeft aangetoond dat FOLFIRINOX de overleving verlengt van patiënten met een gemetastaseerd pacreascarcinoom. Daarnaast is FOLFIRINOX mogelijk werkzaam als stadiumverminderende (‘downstaging’) chemotherapie bij patiënten met een lokaal gevorderd pancreascarcinoom.3 De NORPACT-1-studie werd opgezet om te onderzoeken wat de toegevoegde waarde is van chemotherapie voorafgaand aan de resectie van de tumor.

Studieopzet

NORPACT-1 is een gerandomiseerde fase II-studie die werd uitgevoerd in 12 ziekenhuizen. Patiënten met een resectabel pancreaskopcarcinoom werden gerandomiseerd tussen de interventie- of controlegroep. In de interventiegroep werden deelnemers neoadjuvant behandeld met FOLFIRINOX (4 cycli), gevolgd door chirurgische resectie van de tumor en adjuvante behandeling met FOLFIRINOX (8 cycli). In de controlegroep ondergingen patiënten eerst een operatie, alvorens zij adjuvant behandeld werden met FOLFIRINOX (12 cycli). De primaire uitkomstmaat was de algehele overleving (‘overall survival’, OS) 18 maanden na randomisatie in de ‘intention-to-treat’-populatie.

Resultaten

In totaal werden 140 patiënten gerandomiseerd, van wie 77 patiënten eerst neoadjuvant behandeld werden met FOLFIRINOX (neoadjuvantgroep) en 63 patiënten direct geopereerd met werden (chirurgiegroep). De mediane leeftijd van de deelnemers was 66,5 jaar (IQR: 59-72). Van de patiënten had 82,1% een ECOG-score van 0 en 17,9% een ECOG-score van 1. De mediane OS was 25,1 maanden (95%-BI: 17,2-34,9) in de neoadjuvantgroep en 38,5 maanden (95%-BI: 27,6-niet bereikt) in de chirurgiegroep (p=0,096). Na 18 maanden was 59,7% (95%-BI: 48,9-70,7) van de patiënten in de neoadjuvantgroep nog in leven, vergeleken met 73,0% (95%-BI: 62,0-84,0) van de patiënten in de chirurgiegroep (p=0,100). Een resectie van de tumor vond plaats bij 81,8% van de patiënten in de neoadjuvantgroep en bij 88,9% van de patiënten in de chirurgiegroep (p=0,342). Neoadjuvante behandeling met FOLFIRINOX werd gestart bij 83% van de patiënten die toegewezen waren aan de neoadjuvantgroep en 60% van de patiënten in de deze groep voltooide alle behandelcycli.

Conclusie

Uit deze gerandomiseerde fase II-studie (NORPACT-1) blijkt dat kortdurende neoadjuvante behandeling met FOLFIRINOX in vergelijking met directe chirurgie niet resulteert in een verlenging van de OS bij patiënten met een resectabel pancreaskopcarcinoom.

Referenties

1. Conroy T, Desseigne F, Ychou M, et al. FOLFIRINOX versus gemcitabine for metastatic pancreatic cancer. N Engl J Med 2011;364:1817-25.
2. Labori KJ, et al. Short-course neoadjuvant FOLFIRINOX versus upfront surgery for resectable pancreatic head cancer: a multicenter randomized phase-II trial (NORPACT-1). Gepresenteerd tijdens ASCO 2023; LBA4005.
3. Suker M, Beumer BR, Sadot E, et al. A patient-level meta-analysis of FOLFIRINOX for locally advanced pancreatic cancer. Lancet Oncol 2016;17:801-10.

Spreker Knut Labori

Knut Labori

Prof. Knut Labori, MD, Oslo University Hospital and Institute of Clinical Medicine, University of Oslo, Oslo, Noorwegen


Zie: Keyslides

Back to Top