preheader NTVO

De eerste resultaten van de fase II-studie SECOMBIT over de beste volgorde van behandeling van gemetastaseerd melanoom

De komst van doelgerichte therapie en immunotherapie hebben de behandeling van gemetastaseerd melanoom drastisch veranderd. Waar met doelgerichte therapie hogere responspercentages van kortere duur worden bereikt, lijkt het erop dat immunotherapie juist een lager responspercentage met duurzamere responsen teweegbrengt. Het is nog niet duidelijk wat het optimale behandelregime is: starten met doelgerichte therapie of met immunotherapie? In de gerandomiseerde fase II SECOMBIT-studie worden de effecten van de volgorde van deze behandelingen onderzocht. Prof. Ascierto presenteerde de eerste resultaten tijdens ESMO 2020.

Inleiding

Tegenwoordig wordt dankzij anti-PD-1, anti-CTLA4 en de BRAF/MEK-remmers bij meer dan 50% van de patiënten met gemetastaseerd melanoom een langdurig effect bereikt. Er is echter nog geen consensus over de optimale volgorde van doelgerichte therapie en immuuntherapie. In de gerandomiseerde fase II SECOMBIT-studie worden de effecten van de volgorde van deze behandelingen onderzocht. Hiervoor werden patiënten met gemetastaseerd BRAF V600-gemuteerd melanoom geïncludeerd. Zij werden gerandomiseerd toegewezen aan een van drie onderzoeksarmen. In arm A kregen patiënten eerst doelgerichte therapie met de BRAF-remmer encorafenib (450 mg) en de MEK-remmer binimetinib (45 mg) tot aan ziekteprogressie, daarna kregen zij immunotherapie met CTLA4-remmer ipilimumab (3 mg/kg) en PD-1-remmer nivolumab (1 mg/kg) tot aan een volgende ziekteprogressie. Patiënten in arm B kregen dit regime in de omgekeerde volgorde: zij begonnen met ipilimumab/nivolumab en stapten na ziekteprogressie over op encorafenib/binimetinib. In arm C werd ten slotte is de zogenoemde sandwichmethode toegepast, waarbij patiënten begonnen met 8 weken encorafenib/binimetinib gevolgd door ipilimumab/nivolumab tot aan ziekteprogressie, waarna weer opnieuw werd overgestapt op encorafenib/binimetinib. Het primaire eindpunt was algehele overleving.

Resultaten

Voor deze studie werden 209 patiënten gerandomiseerd naar arm A (n=69), arm B (n=71) en arm C (n=69). De data voor het primaire eindpunt waren met een mediane follow-up van 17,5 maanden ten tijde van analyse nog niet matuur. Een van de secundaire eindpunten was progressievrije overleving (‘progression-free survival’, PFS). De mediane PFS was 15,8 maanden, 7,2 maanden en 11,4 maanden voor respectievelijk arm A, B en C. Het percentage patiënten dat progressievrij was na 1 jaar was met 60% ook het hoogst in de groep die startte met de doelgerichte therapie in arm A. Voor arm B (43%) en C (46%) waren deze percentages lager. Bij het 2-jaars meetpunt waren deze verschillen tussen de behandelgroepen echter weer verdwenen. In arm A, B en C was op dat moment respectievelijk 35%, 38% en 39% progressievrij. De responsduur was het langst in arm B, maar de behandeling met immunotherapie eerst kende het laagste percentage complete (16%) of partiële responsen (30%). Bij patiënten die startten met doelgerichte therapie lag dit met 22% met een complete respons en 61% met een partiële respons hoger. Dit gold ook voor de sandwichgroep die begon met 8 weken doelgerichte therapie (complete respons: 29%, partiele respons: 49%). Bruikbare resultaten voor de totale PFS, dus inclusief switch naar de andere behandeling, laten net als de algehele overleving nog op zich wachten. Er werden in deze studie vooralsnog geen nieuwe of onverwachte bijwerkingen gerapporteerd en er was geen sprake van overlijden gerelateerd aan de behandeling.

Conclusie

De resultaten voor objectief responspercentage en progressievrije overleving na 1 en 2 jaar in deze eerste analyse van de SECOMBIT-studie laten tot nu toe geen afwijkingen zien ten opzichte van wat eerder over de behandelingen is gerapporteerd. De resultaten voor het primaire eindpunt algehele overleving worden in de tweede helft van volgend jaar verwacht.

Referentie

Ascierto PA, Mandalà M, Ferrucci PF, et al. First report of efficacy and safety from the phase II study SECOMBIT (Sequential COMBo Immuno and Targeted therapy study. Gepresenteerd tijdens ESMO 2020; Abstract LBA45.

Spreker Paolo A. Ascierto

Paolo A. Ascierto

Prof. dr. Paolo A. Ascierto, National Tumour Institute ‘Fondazione G. Pascale’, Napels, Italië

 

Zie: Keyslides

Back to Top