preheader NTVO

BMSOAL128 banner 900x130px

Toevoeging van pembrolizumab aan chemotherapie verlengt de overleving van patiënten met onbehandelde gemetastaseerde niet-kleincellige longkanker

In de KEYNOTE-189-studie is de toevoeging van pembrolizumab aan chemotherapie (pemetrexed-platinum) geëvalueerd bij patiënten met onbehandelde gemetastaseerde niet-plaveiselcellig niet-kleincellige longkanker (NSCLC). Bij de interimanalyse, na een mediane follow-up van 10,5 maanden, werd een significant verbeterde progressievrije (PFS) en algehele overleving (OS) bij de patiënten behandeld met pembrolizumab en pemetrexed-platinum chemotherapie gerapporteerd ten opzichte van de patiënten die alleen met chemotherapie werden behandeld. Tijdens ASCO 2020 werd de finale analyse gepresenteerd van de primaire eindpunten PFS en OS na een additionele follow-up van 18 maanden.

Introductie

In de internationale gerandomiseerde dubbelblinde fase III KEYNOTE-189-studie is toevoeging van pembrolizumab aan pemetrexed-platinum chemotherapie geëvalueerd als eerstelijnsbehandeling bij patiënten met gemetastaseerd niet-plaveiselcellig NSCLC zonder EGFR- en ALK-mutatie en ongeacht PD-L1-expressie. Patiënten geïncludeerd in deze studie waren 18 jaar of ouder, hadden een ECOG-performancestatus van 0 of 1 en hadden meetbare ziekte (RECIST 1.1). In deze studie zijn 616 patiënten 2:1 gerandomiseerd naar chemotherapie (pemetrexed-platinum) in combinatie met pembrolizumab (n=410) of chemotherapie met placebo (n=206) elke drie weken (4 cycli) gevolgd door onderhoudsbehandeling met pemetrexed plus pembrolizumab of placebo voor maximaal 35 cycli. Het meest gebruikte chemotherapieschema was pemetrexed-carboplatine (297 patiënten in de pembrolizumab-groep en 148 patiënten in de placebogroep). Patiënten met ziekteprogressie in de placebo-arm konden overstappen naar pembrolizumab monotherapie.

Resultaten

Ten tijde van data cut-off (20 mei 2019) was de mediane follow-up 18,8 maanden (95% BI: 0,2–38,8). In de pembrolizumab plus chemotherapie-arm werden 17 patiënten nog steeds behandeld met de initiële behandeling in vergelijking met 1 patiënt in de placebo plus chemotherapie-arm. Van de patiënten behandeld in de placebo + chemotherapie-arm zijn 84 patiënten overgestapt naar pembrolizumab. Verder werden nog eens 29 patiënten behandeld met een vervolgbehandeling bestaande uit anti-PD-1 of anti-PD-L1 immunotherapie (pembrolizumab, nivolumab, atezolizumab of avelumab).

De mediane OS van patiënten behandeld met pembrolizumab plus chemotherapie was met 22,0 maanden (95% BI: 19,5–24,5) meer dan verdubbeld in vergelijking met de 10,6 maanden (95% BI: 8,7–13,6) in de placebo plus chemotherapie-arm (HR (95% BI]: 0,56 [0,46–0,69]). Na 24 maanden was nog 45,7% van de patiënten behandeld met pembrolizumab plus chemotherapie in leven in vergelijking met 27,3% van de patiënten behandeld met placebo + chemotherapie. Het overlevingsvoordeel was onafhankelijk van de PD-L1-status; bij alle subgroepen behandeld met pembrolizumab plus chemotherapie, inclusief de PD-L1-negatieve patiënten, werd dit voordeel gezien.

De mediane PFS was 9,0 maanden (95% BI: 8,1–10,4) in de pembrolizumab plus chemotherapie-arm ten opzichte van 4,9 maanden (95% BI 4,7–5,5) in de placebo plus chemotherapie-arm (HR [95% BI]: 0,49 [0,41-0,59]). De progressievrije overleving na de volgende behandellijn (PFS2) was 17 maanden (95% BI: 15,1–19,1) bij de patiënten behandeld met pembrolizumab in combinatie met chemotherapie in vergelijking met 9 maanden (95% BI: 7,4–10,4) bij de patiënten behandeld met placebo in combinatie met chemotherapie (HR [95% BI]: 0,50 [0,41–0,61]).

Zesenvijftig patiënten voltooiden de 35 behandelcycli na ongeveer 2 jaar behandeling met pembrolizumab. Bij deze patiënten was het objectieve responspercentage 85,7%, van wie 4 patiënten een complete respons, 44 een partiële respons en 8 patiënten stabiele ziekte hadden. De mediane OS bij deze patiënten was nog niet bereikt.

Bijwerkingen van graad 3-5 werden gerapporteerd bij 72,1% van de patiënten behandeld met pembrolizumab in combinatie met chemotherapie in vergelijking met 66,8% van de patiënten behandeld met placebo plus chemotherapie. Immuungemedieerde bijwerkingen en infusiereacties kwamen meer voor bij patiënten behandeld met pembrolizumab in combinatie met chemotherapie (12,1% versus 4,5%).

Conclusie

In deze finale analyse van de KEYNOTE-189-studie hebben patiënten met niet eerder behandelde gemetastaseerde niet-plaveiselcellig NSCLC behandeld met pembrolizumab in combinatie met chemotherapie verbeterde uitkomsten in vergelijking met de patiënten behandeld met placebo plus chemotherapie. Deze klinische relevante verbeteringen in OS, PFS en PFS2 waren onafhankelijk van de PD-L1-status. Het bijwerkingenprofiel van de combinatiebehandeling was goed beheersbaar.

Referentie

Rodriguez-Abreu D, Powell SF, Hockmair MJ, et al. Protocol-specified final analysis of KEYNOTE-189: Pemetrexed-platinum chemotherapy with or without pembrolizumab in patients with previously untreated metastatic nonsquamous NSCLC. Gepresenteerd tijdens ASCO 2020; Abstract 9582.

Delvys Rodriguez-Abreu

Rodriguez Abreu

Delvys Rodriguez-Abreu, MD, Hospital Universitario Insular de Gran Canaria, Gran Canaria, Spanje

 

Zie: Keyslides

Back to Top