Header nwslttr ASCO 2023 4

Adjuvante behandeling met atezolizumab en bevacizumab verandert patiëntgerapporteerde uitkomsten niet bij HCC

Eerder is uit de IMbrave-050-studie gebleken dat adjuvante behandeling met atezolizumab en bevacizumab leidt tot een betere recidiefvrije overleving (‘recurrence-free survival’, RFS) dan actieve surveillance bij patiënten met hepatocellulair carcinoom (HCC) die na een resectie of ablatie van de tumor een hoog risico op een recidief hadden. Daarnaast bleek dat het bijwerkingenprofiel van atezolizumab en bevacizumab over het algemeen hanteerbaar was. Tijdens ASCO 2023 werden patiëntgerapporteerde uitkomsten van de IMbrave050-studie gepresenteerd.

Hedentendaags bestaat er geen zorgstandaard voor de adjuvante behandeling van patiënten met HCC na een resectie of ablatie van de tumor. Het risico op een recidief is over het algemeen hoog, maar nog hoger bij patiënten met hoogrisicokarakteristieken zoals een grote tumor, meerdere tumoren, slechtere tumordifferentiatie of vasculaire invasie. Hoogrisicopatiënten zouden dus veel baat kunnen hebben bij een effectievere behandeling.

Studieopzet

De IMbrave050-studie is een internationale, gerandomiseerde, open-label, multicentrische fase III-studie. In deze studie werden hoogrisicopatiënten met HCC gerandomiseerd tussen adjuvante behandeling met atezolizumab (1200 mg i.v.) en bevacizumab (15 mg/kg i.v.) of actieve surveillance gedurende 1 jaar. Adjuvante behandeling met atezolizumab en bevacizumab vond elke 3 weken plaats in maximaal 17 cycli. Patiënten in de controlegroep kwamen in aanmerking om te wisselen naar de interventiegroep indien bij hen een recidief werd vastgesteld door een onafhankelijke beoordelingscommissie. De primaire uitkomstmaat was de RFS, beoordeeld door diezelfde commissie. Aanvullend werden vooraf gespecificeerde verkennende analyses uitgevoerd naar de algemene gezondheidsstatus (‘global health status’) en kwaliteit van leven en functioneren op verschillende gebieden (fysiek, rol, emotioneel en sociaal). Voor deze patiëntgerapporteerde uitkomsten werd een score berekend op basis van de ingekorte IL42-EORTC QLQ-C30-vragenlijst, die patiënten invulden bij aanvang van de studie en tijdens elk oneven behandel- of surveillancebezoek. Een klinisch relevante verslechtering van de score werd gedefinieerd als een verlaging van ten minste 10 punten.

Resultaten

De ‘intention-to-treat’-populatie bestond uit 334 patiënten in de interventiegroep en evenveel patiënten in de controlegroep. Na een mediane follow-upduur van 17,4 maanden was de RFS niet inschatbaar (HR [95%-BI: 0,72 [0,56-0,93]). Bijwerkingen van graad 3 of 4 werden gezien bij 41% van de patiënten in de interventiegroep en bij 13% van de patiënten in de controlegroep. Aan het begin van de studie waren de gemiddelde scores voor de verschillende patiëntgerapporteerde uitkomstmaten hoog en vergelijkbaar tussen de behandelgroepen. Tijdens de follow-upperiode werden geen klinische relevante verslechteringen van de scores gezien.

Conclusie

Uit deze gerandomiseerde, open-label, multicentrische fase III-studie blijkt dat adjuvante behandeling met atezolizumab en bevacizumab in vergelijking met actieve surveillance niet leidt tot een verslechtering of verbetering van de algemene gezondheidsstatus, kwaliteit van leven of het functioneren van hoogrisicopatiënten met HCC.

Referentie

Kudo M, et al. Efficacy, safety and patient reported outcomes (PROs) from the phase III IMbrave050 trial of adjuvant atezolizumab (atezo) + bevacizumab (bev) vs active surveillance in patients with hepatocellular carcinoma (HCC) at high risk of disease recurrence following resection or ablation. Gepresenteerd tijdens ASCO 2023; abstract 4002.

Spreker Masatoshi Kudo

Masatoshi Kudo

Prof. Masatoshi Kudo, MD, Kindai University Hospital, Osaka, Japan


Zie: Keyslides

Back to Top